You are here

Marid (marine)

Marine Inlichtingen Dienst MARID (1949-1988)


Bij vertrouwelijk Koninklijk Besluit van 8 augustus 1949 werd met ingang van 9 augustus 1949 de 'Marine Inlichtingendienst' (MARID) opgericht, ressorterend onder de Minister van Marine (vanaf 1959 Ministerie van Defensie).
Het hoofd van de MARID ressorteerde onder de Marinestaf en was verantwoordelijk aan de Minister van Marine. Hij was tevens hoofd van het 'Bureau Inlichtingen' van de Marinestaf. Beide organen vielen grotendeels samen, met name de afdelingen voor inlichtingen en veiligheid.
Per 5 december 1951 ging het hoofd van Bureau Inlichtingen ressorteren onder de CMS (Commandant Marinestaf). Medio 1974 werd de sous-chef 2 van de Marinestaf belast met onder andere de leiding en de coördinatie van Bureau Inlichtingen.
In het kader van de reorganisatie van de topstructuur van het Ministerie van Defensie werd de naam 'Bureau Inlichtingen' in december 1978 gewijzigd in 'Afdeling inlichtingen en veiligheid'. In de periode 1988-1991 werd de naam 'Afdeling Inlichtingen' gehanteerd.
De MARID ressorteerde tot in 1988 rechtstreeks onder de Minister van Defensie; daarna, met ingang van 1 februari 1988, ging hij als 'MID/KM' ressorteren onder de 'Militaire Inlichtingendienst'.



Taken van de MARID

Het Koninklijk besluit van 8 augustus 1949 omschreef de taak als volgt: 'De taak van de Marine Inlichtingendienst omvat het inwinnen van gegevens, welke nodig zijn voor:
a. een juiste opbouw en een doeltreffend gebruik van de Koninklijke Marine;
b. de bescherming van maritieme geheimen;
c. het uitvoeren van de bewaking tegen daden van sabotage aan maritieme objecten;
d. het treffen van maatregelen tegen diefstal van materieel, wapenen en munitie, welke bestemd zijn voor of in gebruik zijn bij de Koninklijke Marine;
e. het tijdig onderkennen van ondermijnende politieke propaganda onder het Marinepersoneel.'
Het openbaar Koninklijk besluit van 1972 omschreef de taak als:
'a. het inwinnen van gegevens omtrent het potentieel en de strijdkrachten van andere mogendheden, welke nodig zijn voor een juiste opbouw en een doeltreffend gebruik van de krijgsmacht;
b. het inwinnen van gegevens welke nodig zijn voor het treffen van maatregelen:
1. ter voorkoming van activiteiten die ten doel hebben de veiligheid of paraatheid van de krijgsmacht te schaden;
2. ter beveiliging van gegevens binnen de krijgsmacht waarvan de geheimhouding geboden is;
3. ter bevordering van een juist verloop van mobilisatie en concentratie der strijdkrachten.'

De MARID liet het verrichten van veiligheidsonderzoeken (antecedentenonderzoek), voor wat marinepersoneel betrof, over aan de 'Binnenlandse Veiligheidsdienst'.



Technisch Informatieverwerkingscentrum

Het 'Technisch Informatieverwerkingscentrum' (TIVC) -het vroegere 'Wiskundig Centrum' (WKC), was een ondersteunende eenheid van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten en stond onder operationele leiding van de MARID.
Het hield zich bezig met de interceptie en de decodering van satellietverbindingsverkeer.
Begin jaren zestig decodeerde de MARID bijvoorbeeld in Nederlands Nieuw-Guinea Indonesisch berichtenverkeer.
Her TIVC is vergelijkbaar (alhoewel niet in grootte) met het Amerikaanse 'National Security Agency' (NSA) en het Britse 'Government Communications Headquarters' (GCHQ).
In 1996 werd het TIVC omgevormd tot het Strategisch Verbindingsinlichtingen Centrum (SVIC).

Subscribe to Marid (marine)