103 Intelligence, Surveillance, Targetacquisation en Reconnaissance bataljon (103 ISTAR)
In 2003 werd het 101 MIPel opgenomen in het 103 Intelligence, Surveillance, Targetacquisation en Reconnaissance bataljon (103 ISTAR). Naast dit peleton werden ook het 101 Remotely Piloted Vehiclebatterij (101 RPVbt, 't Harde), 101 Artillerie Ondersteuningsbatterij (101 ArtOstbt, ´t Harde) en 102 Elektronische Oorlogvoeringscompagnie (102 EOVcie, sinds 1 januari 2001 in Garderen) en delen van 103 Verkenningsbataljon (103 Verkbat) in dit nieuwe bataljon opgenomen.
De taakomschrijving luidde: lever tijdig relevante en bevestigde inlichtingen ter ondersteuning van zowel het command en control proces als het targetting proces op legerkorps- en brigadeniveau.
De taken zijn te verdelen in vier hoofdtaken.
– De belangrijkste taak is de operationele inzet: “voorzie commandanten van inlichtingen en doelinformatie”, want boven alles is het ISTAR bataljon een tactische eenheid.
– De tweede taak is het ondersteunen van de J2 CDS in de planningsfase van operaties.
– Het ondersteunen van de MIVD met analyse capaciteit.
– Algemene koninkrijkstaken.
In 2006 bestond de eenheid bestaan uit ongeveer 810 functieplaatsen en was deze in de kazernesituatie als volgt samengesteld:
– een MI&Ststesk bestaande uit een Logistiek peloton, een Field Support Peloton (FSP), een Militair Geografisch (MILGEO) Peloton en militaire analisten;
– een Remotely Piloted Vehicle (RPV) batterij die op in 2004 bestond uit twee pelotons maar wordt uitgebreid met een derde peloton dat mogelijk wordt gevuld met Noors personeel;
– een elektronische oorlogvoeringcompagnie (in de nabije toekomst uitgerust met zowel lichte als zware middelen voor Electronic Support Measures (ESM), VHF en HF interceptie en capaciteit voor Electronic Counter Measures (ECM));
– een artillerie ondersteuningsbatterij uitgerust met drie pelotons wapen locatie radar en weermeet capaciteit;
– twee grondgebonden verkenningseskadrons.
Het eerste eskadron zal worden gevormd door het verkenningseskadron (41 BVE) dat vrij komt bij de opheffing van 41 Mechbrig uit Seedorf. Later wordt een tweede eskadron toegevoegd. Over hoe dit eskadron er exact uit gaat zien wordt nog volop nagedacht. Beide eskadrons worden uitgerust met het nieuwe lichte verkenningsvoertuig de FENNEK. Hierin is ook een beperkte MRAT capaciteit aanwezig.
Bij operationele inzet van het bataljon wordt de organisatie enigszins aangepast. Uitgezonderd de verkenningseskadrons wordt het compagnies-, batterijniveau verwijderd en worden de sensorpelotons door het bataljon aangestuurd. Dit gebeurt vanuit de bataljons OPS waarin de batterij- en compagniescommandogroepen zijn opgenomen.
Tevens zullen er in deze OPS liaisons aanwezig zijn van internationale eenheden die onder het bataljon zijn aangeklikt. Vooralsnog zijn hiervoor met de Noorse krijgsmacht de meest vergevorderde afspraken gemaakt.
Ook in Noorwegen wordt hard gewerkt aan de oprichting van een ISTAR bataljon en bestaat grote behoefte aan samenwerking.
Naast een OPS cell zijn er in de bataljon CP een Plans cell, een Battalion Electronic Warfare Co-ordination Centre (BEWCC) en een All Course Information Cell waarin zowel militaire- als terreinanalisten aanwezig zijn.
Vanuit het bataljon wordt een liaison uitgebracht naar de G2 en G3 (Deep operations cell/Air Space Control co-ordination) van de te steunen staf en naar de voorbrigades.
Gedachte wijze van optreden
Het inlichtingenproces, verzamelen en verspreiden van inlichtingen ter ondersteuning van de besluitvorming van commandanten, klinkt simpel en is bij “klassieke” gevechtsoperaties voor iedereen duidelijk. Een commandant heeft behoefte aan goede inlichtingen om zijn reserve tijdig en effectief in te zetten. Voor een Peace Support Operation (PSO) ligt dit anders en zijn de diverse missies moeilijk te vergelijken.
Zowel tijdens gevechtsoperaties als PSO zijn de Standing Operating Procedures (SOP) gebaseerd op de inlichtingencyclus die bestaat uit:
– De commandant of G2 van de te steunen staf initieert de inlichtingencyclus door zijn kritische informatiebehoefte bekend te stellen in de vorm van een Intell Collection Plan (ICP). Hiermee start C-103 ISTAR batatjon zijn detailplanning en zendt zijn operatieplan naar zijn sensor commandanten.
– Het verzamelen gebeurt door de eovpels, rpvpels, artostpels, verkesks, FSP en eventuele externe (internationale) eenheden.
Deze sensoren rapporteren aan de OPS. Vanuit de OPS wordt de informatie, al dan niet gelijktijdig, doorgegeven aan de ASIC voor analyse, de G2 en overige belanghebbenden. Met deze laatste worden vooral bedoeld eenheden die om wille van snelheid dienen te worden voorzien van force protection informatie. In dit proces kan een goed werkend ISIS grote ondersteuning bieden.
Het is ook mogelijk om deze cyclus in te korten door informatie over b.v High Payoff Targets direct ter beschikking te stellen aan een vooraf bepaalde bestrijdingseenheid.
Ook is het mogelijk om “single course” informatie direct vanuit de OPS door te geven aan de G2, zonder een assessment van de analisten. Tijdens de operationele inzet zal dit proces zich afspelen vanuit sheltervoertuigen met als hart van het systeem een drietal OMW’n waarin de OPS, Plans en ASIC zijn gehuisvest.
In 2011 werd het 103 ISTAR, samen met het Tactical Air Reconnaissance Centre (TARC) van het Command der Luchtstrijdkrachten, omgevormd tot het Joint Istar Commando (JISTARC).